Voor werk, de liefde of het avontuur trekken veel Achterhoekers weg uit hun geboortestreek om hun geluk over de grens te zoeken. Waar trekken zij naar toe? Wat missen ze aan de Achterhoek? En komen ze ooit nog eens terug? Wilfred Hendriksen (55) uit Doetinchem woont samen met zijn partner Anne-Marieke Holten (49) in Willemstad, de hoofdstad van het Caraïbische eiland Curaçao.

Tekst: Ceciel Bremer

365 Dagen per jaar zon en een strakblauwe zee binnen handbereik. Het lijkt een vakantiebestemming maar voor Wilfred Hendriksen en Anne-Marieke Holten is dit al bijna dertig jaar hun woon- en werkomgeving. En die totaal andere wereld doet wat met je, merken ze. “We leven hier minder in een verzorgingsstaat dan in Nederland. Dat viel onze dochters Nikki (23) en Demi (21) die nu in Amsterdam studeren ook op; dat iedereen in Nederland zo klaagt als het internet een keer uitvalt. Nou, dat gebeurt hier wel eens een hele dag. Daar maken we ons niet druk om, dat komt wel weer terug. Dan passen we onze planning aan en gaan we gewoon naar het strand of andere dingen doen”, vertelt Wilfred nuchter.  

Korps Mariniers

Tot zijn zesde woonde Wilfred in Voor-Drempt en verhuisde toen met zijn ouders en twee broers naar Doetinchem. “Mijn tante woonde in Canada en als zij naar Nederland kwam, sprak ze altijd met een enorm Engels accent. Dat vond ik superinteressant. Als men vroeger aan mij vroeg: wat wil je later worden? Dan zei ik altijd: emigrant”, herinnert hij zich nog. De Doetinchemmer rondde de hotelschool af en daarna wachtte hem de militaire dienst. “Daar had ik geen zin in, maar ik moest. Dan wilde ik wel bij de marine want dan kom ik nog eens ergens.” Zo kwam Wilfred in 1989 bij het Korps Mariniers op het eiland Curaçao terecht. Hij had het er direct erg naar zijn zin. “Het was alsof ik thuiskwam terwijl ik er nog nooit was geweest. En eigenlijk heb ik dat gevoel nog steeds”, vertelt de oud-Achterhoeker.

Na zijn diensttijd bleef Wilfred wonen en werken in diverse restaurants en hotels op het Caraïbische eiland waar hij in 1993 zijn vriendin Anne-Marieke leerde kennen. De geboren Bussumse groeide op in Hoevelaken en had net als Wilfred ook de hotelschool gevolgd. Ze had familie in het Caraïbische gebied en wilde daarom graag stage lopen op Curaçao. In het hotel waar Wilfred werkte en Anne-Marieke haar stage volgde, ontmoetten de twee elkaar. Een jaar later vlogen ze door familieomstandigheden samen terug naar Nederland, vonden werk in de horeca maar hadden het hier niet naar hun zin. Curaçao bleef hen allebei trekken. En een jaar nadat ze waren vertrokken van het eiland keerden ze er opnieuw terug om er te wonen, te werken en te ondernemen.

Pietermaai

Wilfred begon er al vrij snel een importbedrijf voor hotels en restaurants. Maar het horecagevoel bleef kriebelen bij het stel en dus besloten ze samen een café te beginnen. “Plein Café Wilhelmina, een van de eerste terrascafés van de binnenstad van Willemstad”, legt Anne-Marieke uit. “Je zag toen nog weinig Europese invloeden hier. Alles wat wij in Nederland in de horeca zagen, probeerden we hier te implementeren.” Het café bleef vijf jaar hun eigendom waarna ze het verkochten. Maar het ondernemersbloed bleef stromen. Zo zetten ze een aantal restaurants op en daarna maakten ze de opvallende stap om een pand te kopen in de vervallen wijk Pietermaai, midden in Willemstad. Wilfred: “Die wijk was echt een getto met veel zwervers en drugshandel. Er kwam niemand. Wij besloten er met een businesspartner een pand met 15 kamers te kopen en op te knappen.” Dat deden ze met succes. Na het eerste pand volgde een tweede pand totdat ze tenslotte de hele straat hadden opgekocht en opgeknapt tot een hotel van 40 kamers, 70 studentenkamers en een aantal horecazaken. “Heel veel gebouwen hebben we zo een nieuwe functie gegeven. Door ons initiatief hebben ook andere investeerders zoiets aangedurfd. In 15 jaar is Pietermaai van een getto omgetoverd naar een hippe en bewoonbare wijk”, vertelt Anne-Marieke terecht trots.   

Een groot deel van de wijk heeft het ondernemende stel inmiddels doorverkocht maar nog steeds zitten Wilfred en Anne-Marieke niet veel stil en zijn ze actief in de horeca. “We vinden ons werk allebei heel erg leuk. Dan ga je daarmee door en maakt het niet uit waar je op de wereld zit”, vindt Anne-Marieke. Natuurlijk was het voor hen makkelijk dat toen ze zich net vestigden op Curaçao ze overal hun moedertaal konden spreken. Maar het was ook echt een nadeel, vindt Wilfred. “Het heeft daardoor ook lang geduurd voordat we Papiaments spraken. Die noodzaak was er niet. Nederlands is hier de officiële taal maar het Papiaments wordt hier veel meer gesproken.”

Sociaal leven

Uiteindelijk maakten ze zich die taal ook eigen, sloten vriendschappen – “dat gaat hier heel snel want iedere Nederlander die hier zit, heeft hier geen familie en staat open voor een vriendschap” –  startten een gezin met dochters Nikki en Demi en voelden zich thuis op het eiland waar altijd de zon schijnt. Wat geeft hen dan dat thuisgevoel dat ze in Nederland niet vonden?  “Op een bepaalde leeftijd zijn we gewoon hier terecht gekomen maar dat had ook Nederland of Amerika kunnen zijn. Ik ben niet gebonden aan Curaçao maar ik heb hier inmiddels wel een sociaal leven opgebouwd. Het is wel grappig dat deze vraag nooit wordt gesteld aan een Limburger die in Amsterdam woont maar wel aan ons omdat we 9.000 kilometer verderop wonen”, reageert Wilfred adrem.

Hij heeft vaker een dergelijke vraag gekregen. “Wanneer komen jullie weer terug naar Nederland is ons al diverse keren gesteld op bepaalde fasen in ons leven; toen de kinderen werden geboren, toen ze naar de middelbare school gingen… Maar we hebben hier alle schoolniveaus en er is ook een universiteit. Toevallig wilden de meiden zelf in Amsterdam studeren. Veel mensen denken dat we tijdelijk weg zijn maar dat idee hebben we zelf niet. We hebben hier ons werk en ons sociale leven en als dat bevalt, ga je niet zo maar weg.”

Jaarlijks naar de Achterhoek

Is er dan iets wat ze misschien missen aan Nederland? Wilfred denkt even na en zegt dan: “Nee, eigenlijk niets. De zon schijnt hier elke dag. Dat vind ik heerlijk en dat straalt de hele dag positiviteit uit. Mensen zijn altijd vrolijk en we leven hier veel buiten. De zon is hier allesbepalend, daardoor ontspan je sneller.” Vroeger miste Wilfred bepaalde producten zoals drop, maar tegenwoordig is alles ook op Curaçao verkrijgbaar. “Het is gek gezegd maar we missen zelfs onze dochters in Amsterdam niet. Al onze vrienden zitten namelijk in hetzelfde schuitje; iedereen heeft kinderen die in het buitenland studeren. Maar als ze overkomen, dan blijven ze een paar weken en hebben we intensief contact. We kunnen iedere dag met ze bellen hè? Als het nodig is, tegenwoordig met beeld. Dat maakt het een stuk makkelijker.”

Nu hun dochters in Nederland wonen, vliegen Wilfred en Anne-Marieke vaker terug naar hun geboorteland dan voorheen. “Sinds we op Curaçao wonen, komen we ieder jaar één keer naar Nederland voor familiebezoek en gaan we altijd terug naar de Achterhoek. Mijn vader woont nog steeds in Doetinchem en mijn broer in Didam”, vertelt Wilfred. Ook hun beide families stapten vaak op het vliegtuig richting Curaçao voor een bezoek. “En nu de meiden in Amsterdam wonen, hebben we afgesproken dat wij proberen één à twee keer per jaar naar hen toe te gaan en zij proberen ook jaarlijks één à twee keer naar huis te komen. Maar weet je, het is goed dat ze daar studeren. Voor ons werk voeden wij ons ook met ideeën van andere werelden om vervolgens hier weer te implementeren. Curaçao is slechts een eiland van 150.000 inwoners. Er is meer te zien op de wereld dan dat, hoe leuk we het hier ook vinden.”