[Lichtenvoorde]

“Goeiendag, kom d’r in.” Alan Gascoigne (74) opent de voordeur met een lach en loopt voorovergebogen naar de woonkamer. “Koffie?” Uit zichzelf vertelt hij al over zijn loophouding. “Ik heb heel erg last van mijn rug, door de Parkinson, en kan niet zo ver lopen. Ik heb een rollator die ik af en toe gebruik en een wandelstok als steun. Je moet er maar het beste van maken. Het is niet anders. Als mijn hand trilt, maak ik een beweging en is het weg”, maakt hij het bewuste gebaar met zijn linkerhand. “Ik kan het niet helemaal onderdrukken, maar zo kan ik het wel beperken. Iedere dag probeer ik gitaar te spelen. Vanmorgen nog een nieuw loopje geleerd.” Hij pakt zijn gitaar en laat het horen. Direct een lach op zijn gezicht.

Tekst en Foto’s: Henri Walterbos

Zijn gitaren staan in de woonkamer opgesteld. Er pal tegenover een speelgoedgarage met enkele autootjes. “Die is van mijn grote vriend, onze kleinzoon van twee en een half. Prachtig dat dit hier in de kamer staat. Hij speelt er graag mee. Dat is echt genieten. In het najaar wordt ons tweede kleinkind geboren”, straalt Alan.

Engeland

Alan woont sinds eind jaren zeventig in Lichtenvoorde, maar groeide op in Engeland alwaar hij op jonge leeftijd de rock ’n roll ontdekte. “Als kind van zes was ik gek op Bill Haley and The Comets. Een jaar later hoorde ik Johnny B. Goode van Chuck Berry. Dat was het helemaal. Ik ging in bands spelen toen ik zeventien was, heb mezelf aangeleerd gitaar te spelen. Een jaar les gehad, vooral noten lezen, en niet de muziek die ik wou spelen. Toen ben ik mijn eigen gang gegaan. Ik deed hetzelfde als al die oude rockers toen. Dan zette ik een plaat op, plaatste de naald steeds weer terug, om precies te horen wat er gespeeld werd.”

In Londen wonend speelde Alan in Screaming Lord Sutch & The Savages, waarmee hij zelfs op Wembley stond. “Daar trad ook my hero Chuck Berry op. Stond ik daar te spelen, stond Chuck dichtbij met een grote camera op de schouder mij te filmen. Ik natuurlijk in zijn richting kijken. Toen hij stopte, een big smile in mijn richting. Dat vergeet ik nooit meer.”

Na het tijdperk Londen keerde Alan terug naar Nottingham, vormde er een band met zijn maatje, wijlen Tim Disney, waarmee hij later in Nederland nog White Heat (vanwege de naam later Tim Disneyband geheten), oprichtte. “In 1978 hebben we met onze groep Desperate Dann een tour in Nederland en Duitsland gedaan.” Terug in Engeland aangekomen viel de band door omstandigheden uit elkaar en stak Alan wederom de zee over om zich in Amsterdam te vestigen, waar hij enkele muziekvrienden kende. Ze speelden we country. “Wilden zij naar Duitsland gaan, zag ik dat niet zitten. Ik kon me hier net redden met de taal en boodschappen.”

Normaal

“Gingen zij naar Duitsland toe, ben ik nog aardig in de buurt van Duitsland terecht gekomen, in Lichtenvoorde”, lacht Alan. “Ging ik werken bij Mueller Europa en verbleef ik in een kamer aan de Dijkstraat, bij Hemmie en Mimi Stottelaar, super mensen. In Café ’t Slöfke (nu De Zaak, red.), ontmoette ik al snel Willem Terhorst van Normaal. Hij had gehoord dat ik goed gitaar kon spelen. Niet veel later deed ik auditie bij Normaal. Dat was ergens in een omgebouwd kippenhok tussen Zelhem en Hummelo; the good old days. Ik had mijn Gibson gitaar meegenomen en Bennie Jolink zei dat zij veel van Chuck Berry deden. Ik dacht: oh, perfect. Bennie vertelde dat Normaal Oh Carol speelde maar zij het tot Oh deerne vertaalden. Of ik die wilde spelen. Vijf minuten later was ik de vijfde man bij Normaal. Het eerste optreden was 1 januari 1980 in een sporthal in Winterswijk.”

Gouden platen

‘De Gaspiepe’, zijn bijnaam binnen Normaal, vierde grote successen met de band. Toen gitarist Ferdy Jolij vertrok, werd Alan ineens leadgitarist en kwam al snel het liv-album Springleavend uit. “Die titel klopt helemaal voor toen.” Alan schreef ook mee aan nummers, waaronder Deurdonderen. Het gelijknamige album is het best verkochte Normaal-album ooit, ruim 100.000 exemplaren. De gouden platen die hij kreeg voor beide liggen ergens op zolder. Uit onvrede verliet Alan Normaal weer. “In 1986 ben ik nog even ingevallen omdat Bennie van de motor was gevallen. Dat was vlak voor de vakantie. Ik keek naar mijn twee kleine kinderen en mijn vrouw, en dacht: ik ga het doen, want dan kan ik dat geld goed gebruiken voor onze vakantie. Het was best wel weer gezellig. Je maakt je leven ontzettend zuur als je in negativiteit blijft hangen. Je moet een keer zeggen: oké, het was kloten toen, maar ik laat het gaan. En dat deed ik. Later heb ik nog meegedaan aan de theatertours Effen zitten en Høk en swing meegedaan.”

Bij soloprojecten van Bennie Jolink was Alan diverse keren Bennie’s rechterhand. “Voor zowel Howling at the moon als Post Normaal heb ik teksten en muziek geschreven.” Ook tufte Alan regelmatig naar Hummelo om in de heuibarg bij Bennie met andere krasse knarren muziek te maken. Het werd de formatie Pensionado’s, waarmee Alan nog een cd opnam. Met de mannen speelde Alan daarna nog diverse keren in de heuibarg maar corona maakte hier een einde aan. “Het kwam er tot op heden niet meer van.”

       De cover van het album Restless wind. Foto: Paul van Druten

Muziekleraar

Een periode waar Alan ook met heel veel plezier op terugkijkt, is zijn tijd als assistent muziekleraar op Marianum in Lichtenvoorde. “Tot 2013 bijna tien jaar lang gedaan, op mijn manier. Hartstikke leuk. Hielp ik the kids gitaar spelen. Ik kan geen piano spelen maar ken wel een paar akkoorden. Toen heb ik een liedje op piano bedacht met simpele akkoorden om het de leerlingen speels te leren. I wish I could play the piano. My sister can play, she plays every day. She plays so good, I wish I could. I wish I could play the piano. Velen hebben dat liedje geleerd”, lacht Alan. “We moesten ook iets met musical doen. Daar hebben de meeste leerlingen een hekel aan. Toen heb ik ze over The lion king verteld. Ik zeg: weten jullie wat hakuna matata betekent? Dat betekent in Kenia twee patat met. Vervolgens heb ik ze dat liedje geleerd: Hakuna Matata…met een frikandel. Hakuna Matata…dat lust ik wel”, zingt hij lachend. “Op deze manier vonden ze het leuk. Ik was al een tijdje van school af, kom ik bij de Lidl in Lichtenvoorde, zitten daar enkele oud-leerlingen buiten een broodje te eten, riepen ze: ‘Hé, meneer Gascoigne.’ Ik zeg: ‘Hé jongens, alles goed?’. Zongen ze ineens Hakuna matata…met een frikandel. Geweldig!”

Parkinson

De eerste, achteraf Parkinson, gerelateerde klachten stammen al uit 2010. “Ik had in 2005 The Alan Gacoigne Trio opgericht. Dat ging goed, totdat Parkinson kwam. Ik kreeg last van mijn benen in 2010, mijn linkervoet schoof over de grond, later trillingen in de linkerhand. De ziekte gaat langzaam bij mij, maar op een gegeven moment moest ik het wel een keer naar buiten brengen omdat ik niet meer op kon treden.” Na zijn pensioen ondersteunde Alan nog één dag in de week tijdens muzieklessen, om de school te helpen. “Ik had last van mijn linkerbeen dus ik ging naar de fysiotherapeut, zegt ze: ‘Ik denk dat je Parkinson hebt.’ Dan schrik je enorm, er volgden een scan, bloed- en looptesten en uiteindelijk bevestigde de neuroloog Parkinson. Hij legde me aan de hand van foto’s van de scan uit wat er mis was en ik kreeg tabletten. Ik ben ook hartpatiënt. De linkerkamer van mijn hart functioneert niet zo goed. Ook daar heb ik tabletten voor. Ik slik ’s ochtends zeven tabletten, overdag in totaal 13 tabletten. Het is net een Johnny Cash optreden”, houdt Alan de humor er in. “Ik wil niet in de hoek zitten huilen. Je moet om je eigen leven kunnen lachen. Ook om mindere dingen. Een dag niet gelachen, is een dag weggegooid. Er is genoeg om voor te leven. Ik kan nog steeds gitaar spelen al moet ik wel zitten.”

Restless wind

Sinds zijn outcoming als Parkinsonpatiënt lanceerde Alan via YouTube zijn album Restless wind via Paul’s Kitchen, in huize Paul van Druten in Lichtenvoorde. “Dat album, met eigen songs, heb ik zo’n 20 jaar geleden opgenomen met de toenmalige jongens van Normaal en is altijd blijven liggen. De opbrengt gaat naar het Parkinsonfonds.” Ook lanceerde Alan op YouTube het door zoon Sean gemixte live-album Desperate Dann (reunion concert 1998) dat 45 jaar op de planken lag. “Ik dacht: ik wil dit alles nog op internet hebben veurdat ik de piepe uut goa.”