[Hengelo]

De festivalzomer is als vanouds in volle gang. Dat betekent drukke tijden voor Hengeloër Herman Eskes (64). Met zijn schoonmaakbedrijf en zijn zelfontwikkelde machines gaat hij door het hele land.

Tekst en Foto’s: Luuk Stam

Van Paaspop tot Concert at Sea en van Dance Valley tot Parkpop, Herman Eskes uit Hengelo is al jarenlang een bekend gezicht op heel wat grote Nederlandse festivals. Na twee stille coronajaren is hij deze zomer weer flink actief. Met zijn schoonmaakbedrijf Eskes Cleaning verzorgt hij niet alleen het opruimen van de festivals na afloop, maar zorgt hij er ook voor dat de terreinen tijdens de evenementen zo netjes mogelijk blijven.

Een schoonmaakploeg doet het handwerk, maar het grootste deel van het werk gebeurt met behulp van een vijftal zelf ontwikkelde bierbekerzuigmachines, waarvan de ‘Hermanes’ de grootste is, uiteraard vernoemd naar Herman Eskes zelf. “Wat onze machines bijzonder maakt, is dat ze eerst zuigen en dan over het gras heen rijden”, legt hij uit. “Je ziet vaak een trekker met een kar erachter, maar in Nederland is het nou eenmaal niet altijd mooi en droog weer. Rijd je eroverheen, dan druk je een bierbeker vast in de modder.”

De machines van Eskes zijn het resultaat van een jarenlange ontwikkeling. Ruim twintig jaar geleden na afloop van een beachparty in Vorden probeerde hij zijn allereerste zelfgebouwde machine uit. “De jongens riepen direct: ‘Dat ding zuigt de mayonaise nog van het gras af!’”, vertelt hij. “Maar het was zeker niet meteen perfect. Dan ga je op zoek naar manieren waarop de machine bijvoorbeeld nog harder kan zuigen, nog flexibeler kan worden.”

Herman Eskes met zijn vrouw Rikie, die ook volop meewerkt in het bedrijf.

Ontwikkelen

Vanaf dat moment is Eskes in de winter en het voorjaar vaak bezig met het ontwikkelen van zijn machines. In de zomers gaat hij de festivals af, versterkt door een schoonmaakploeg van veelal jongeren uit de omgeving. Reclame maken is niet nodig. Sterker nog: Eskes Cleaning heeft nog altijd geen eigen website. “Door de machine kwam het werk vanzelf”, vertelt hij. “Mensen maakten foto’s en filmpjes, het kwam heel snel rond.”

Tot 2003 combineert de Hengeloër dit alles nog met een fulltime baan bij een drukkerij. Met het schoonmaakwerk op evenementen komt hij in aanraking via zijn grote hobby in de jaren negentig: het africhten van politiehonden. Met die honden hielp hij destijds geregeld mee met de bewaking op festivals. “En dan zie je op elk feest de enorme berg rommel die achterblijft”, blikt hij terug. “Af en toe hebben ze dan ergens een trekker met een kar of een andere machine rijden, dan zie je hoeveel gemakkelijker dat gaat. Ik dacht: hier is markt voor.”

Eskes besluit zijn baan in de drukkerij op te zeggen en stort zich volledig op de festivalschoonmaak. Minstens zo leuk als de evenementen zelf, vindt hij het uitdenken van nieuwe technieken. “Dat is ook waar Herman heel goed in is”, vertelt zijn vrouw Rikie (61), die volledig meewerkt in het bedrijf. “Lopen ze op zo’n festival tegen een probleem aan, dan denkt Herman van: hoe kan ik de machine zo aanpassen dat ik ook dat op kan lossen?”

Magneet

Zo ontstond ook de mobiele magneet, die door een aanhangwagenconstructie achter een zuigmachine te koppelen is, maar ook als extra onderdeel aan de Hermanes kan worden gemonteerd. Een festival levert zo één of twee emmers vol vooral schroeven en tentharingen op, die anders veelal in het gras zouden achterblijven. “Want met de hand is dit niet te doen”, aldus Eskes. “Er is heel veel vraag naar de magneet, ik weet ook niemand anders die dit doet.”

In de beginjaren was Eskes ook op de Zwarte Cross actief, maar die samenwerking eindigde, met name vanwege agendatechnische redenen. Het was in het verleden dan ook nogal een gepuzzel, met vaak meerdere festivals tegelijk, verspreid over het land. “En zo’n festival duurt een paar dagen, maar wij zijn er vaak ruim twee weken, van de opbouw tot na de afbouw”, vertelt Eskes. “We ontzorgen totaal, maken complete milieuplannen.”

2019 – de laatste volle festivalzomer voor corona – was voor Eskes een absoluut topjaar met de hele zomer lang festivals. Thuis in Hengelo waren hij en zijn vrouw Rikie nog maar zelden. “Voor dit werk moet je ook wel een beetje gestoord zijn”, stelt hij. “Er is een goede boterham mee te verdienen, maar je werkt wel elk weekend, alle feestdagen. In een periode van negen tot tien maanden ben je alleen maar aan het werk.”

Afbouwen

Veel van de jongeren die in het verleden voor Eskes werkten, vonden in de coronatijd elders werk. Hij had ze de afgelopen twee jaar ook niks te bieden. Tegenwoordig werkt hij veelal met uitzendbureaus. Er is nog altijd plek voor medewerkers, maar het valt in deze tijd niet mee die te vinden. Het is één van de redenen dat hij en zijn vrouw het geheel na de coronaperiode niet weer helemaal hebben opgestart. “We zijn selectief in de festivals die we nog doen”, klinkt het. “We komen ook op een leeftijd dat het tijd wordt om af te bouwen.”

Interesse voor overname? Die is er niet bij beide zoons, die in het verleden wel meewerkten in het familiebedrijf. Wellicht wel bij een groot schoonmaakbedrijf uit Ierland, dat vrijwel alle grote Engelse festivals bedient en daarbij graag de machines van Eskes inzet. Zo was één van de machines – allemaal zijn ze op een dieplader achter een vrachtwagen te vervoeren – al van de partij op een festival in Hyde Park in Londen en op een groot festival in Manchester. “Dat vind ik dan toch wel heel gaaf”, zegt Eskes. “Dat zoiets je als ‘boer uit de Achterhoek’ overal naartoe brengt.”

Amsterdam Arena

Zo is hij inmiddels ook kind aan huis in de Amsterdam Arena. Daar kwam Eskes enkele jaren geleden binnen voor de schoonmaak van het veld en de kunststofplaten die daarop liggen na afloop van grote concerten. Al snel hadden ze ook in Amsterdam in de gaten dat ze weliswaar iemand zonder website, maar wel iemand met zeer veel ervaring op het gebied van schoonmaak rond evenementen in huis hadden gehaald. “Tegenwoordig doen wij bijna het hele stadion”, vertelt Eskes. “Inclusief de gracht en alle in- en uitgangen.”

Toch komen de mooiste verhalen nog altijd van de festivalterreinen. De schoonmakers treffen er van alles aan, van jassen, tassen, schoenen en paraplu’s tot condooms, een rollator of een paar krukken. Eskes vond zelfs eens een tent waarin nog een jongen lag te slapen. De vermoeide feestganger reageerde zeer teleurgesteld toen de bestuurder van de Hermanes hem vertelde dat het festival toch echt al was afgelopen. De Hengeloër, nuchter: “Dit werk is enorm afwisselend, dat maak het heel mooi.”