[Meddo]
Een plekje huren in een gezamenlijk diepvrieshuis voor jouw vlees en groente? Nu een diepvries vrijwel standaard tot de keukenapparatuur behoort, is dat moeilijk voor te stellen. Toch zijn er nog enkele van die diepvriescentrales, zoals in Meddo en in Vierakker. En ze zijn, zeker sinds de coronapandemie, in trek.
Tekst: Gerard Menting Foto: Janette van Egten
Het is fris, erg fris als je hoogzomer in een T-shirtje de koelcel bij Alex Huizing (55) in Meddo binnenloopt. De dikke stalen deur is een gedegen begrenzing tussen de zomerse buitentemperaturen en de min 22 graden Celsius in de vriescel. Daar staan aan weerszijden van de drie gangpaden hoge rekken met daarin de lades waar ingevroren vlees en groente wachten op consumptie.
Het gebouw aan het Beuksveld in Meddo is bijzonder omdat het nog in gebruik is met de oorspronkelijke bestemming. Het is een diepvriescentrale zoals elke buurtschap in Winterswijk er ooit een had. Bewoners konden er terecht om vlees en groente ingevroren te bewaren. Dat kan bij slager Huizing nog steeds.
Energiekosten
Naast Meddo is er in Vierakker nog een actieve vereniging die vrieshuis De Vliegehoek beheert. Het diepvrieshuis aan de IJsselweg is weer helemaal bij de tijd nadat de leden hebben geïnvesteerd in zonnepanelen, om de sterk gestegen energiekosten het hoofd te kunnen bieden. Met zo’n vijftig gebruikers en vrijwel alle diepvriesladen in gebruik is duidelijk dat er nog steeds belangstelling is voor de bijna verdwenen gemeenschappelijke voorziening.
Het is een van de laatste plekken in de regio waar je als boer of burger nog een vriesvak kunt huren om er vlees of groente op een verantwoorde manier langere tijd te bewaren. Een voorziening die dateert uit de tijd dat een eigen diepvriezer in de keuken nog onbetaalbaar was.
Lade huren
In de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw schoten kleine diepvrieshuizen als paddenstoelen uit de grond. Veel dorpen en buurtschappen in de Achterhoek hadden een eigen vrieshuisje of diepvriescentrale. Dat was in een tijd dat koelkasten en diepvriezers voor particulier gebruik nog onbetaalbaar waren. Diepvrieshuisjes waren kleine gebouwtjes met daarin een vrieskluis en een ruimte waar vlees of groente bewerkt en verpakt kon worden. Je kon er een of meer lades van 100 of 200 liter huren om vlees of groente in te vriezen.
In 1960 telde Winterswijk 7 diepvriescentrales met in totaal een inhoud van 189.000 liter. Bijna alle lades waren dat jaar gevuld door de 772 leden, beschrijft oud-Winterswijker Gerard Kwak in zijn boek Slachtvisite. Om er gebruik van te maken, was je lid van een coöperatieve vereniging, opgericht door agrarische organisaties en de plattelandsvrouwenvereniging. Landelijk waren er rond die tijd zo’n 380 diepvrieshuisjes waarvan circa twee derde op coöperatieve basis werd geëxploiteerd.
Wecken en inleggen
Voor de moestuiniers en zelfslachters was de vriesvoorziening een uitkomst. Voor die tijd waren huishoudens afhankelijk van oude bewaartechnieken zoals wecken (steriliseren met hitte), inleggen (in zout of olie), drogen (fruit), roken (ham) en fermenteren (zuurkool) om voedsel te kunnen bewaren. Vanaf de jaren zeventig zag je het aantal diepvrieshuisjes snel verminderen. Toen werd het steeds gewoner om een koelkast met vriezer of een aparte diepvries in huis te hebben.
De belangstelling begon een jaar of vijf geleden weer te groeien, vertelt Huizing. Dat had onder meer te maken met veranderende regels, waardoor het makkelijker werd voor hobbyisten om enkele varkens of een koe te houden om die later voor eigen gebruik te slachten. In coronatijd kwam daar het sterk toegenomen bewustzijn over ons voedsel bij. “Steeds meer mensen vinden het belangrijk om lokale producten te gebruiken. Ze willen weten waar hun voedsel vandaan komt.”
Porties naar wens
Voor groente uit de moestuin en vlees van een varken of een deel van een koe die je samen met familie of vrienden liet slachten, was het kunnen huren van ruimte in een vrieshuis een uitkomst, zo verklaart Huizing de toenemende vraag. Dat gaat vaak om tijdelijke huur van vriesruimte. Daarnaast heeft de Meddose vriescentrale zo’n 100 vaste klanten die 100 of 200 liter huren. Ze betalen voor een lade van 100 liter 12,50 euro in de maand, voor 200 liter 15 euro.
“Ik heb altijd al veel huisslachtingen gedaan. Nu wordt het varken of de koe opgehaald bij een zelfslachtende slager en hier verder verwerkt. Ik maak porties naar wens, de een wil meer gehakt, de ander wat meer verse worst.” De klant is er dan bij om de vleesproducten af te wegen en te verpakken voor de vriezer.
Huizing komt zelf uit een slagersfamilie. Zijn opa Jan Huizing nam in 1901 de slagerij van zijn broer in Emmen over. “Mijn vader begon ook als slager maar kwam naar Winterswijk om keurmeester in de slachterij te worden.”
Daar leerde Alex het vak ook. Toen de slachthal in Winterswijk in 1993 sloot, stapte hij over naar de diepvriescentrale in Miste, waar hij het slachten voor boeren kon voortzetten. “Ik wilde graag verder met huisslachtingen. Met afsnijden had ik het heel druk, dat is ook heel mooi om te doen.”
Hygiëne-eisen
Hij kwam 12 jaar later naar Meddo toen het vrieshuis daar te koop kwam. Daar investeerde hij in het vernieuwen van de werkruimte om aan alle hygiëne-eisen te voldoen. Aan het plafond kwam een lier waarmee het zwaar tillen tot het verleden behoort. “Het was hier een stuk groter, met meer werkruimte. Ook zit er eigen grond bij. Inmiddels doe ik dit vak al weer dertig jaar.” Meestal alleen, al springt in drukke tijden familie bij.
Zelf slacht Huizing ook regelmatig een koe of een varken om te verwerken tot vleesproducten, vooral ook voor de barbecue. In de zomermaanden weten de liefhebbers hem te vinden. Samen met echtgenote Linette (49) leveren ze niet alleen het vlees maar alles wat bij een feestelijke barbecue komt kijken, inclusief borden en bestek. Een mooie combinatie, vindt hij.
Het zorgt ervoor dat het stukje cultuurhistorie in Meddo bewaard kan blijven. Wie scherp kijkt, herkent in de Achterhoek de gebouwtjes die ooit vrieshuisjes waren nog steeds, al kregen ze een andere functie: vakantieverblijf, garage, kapsalon, opslagruimte of aangetrokken bij een woning. Ongetwijfeld zijn de meesten stilletjes verdwenen, om plaats te maken voor een nieuwe ontwikkeling.