[Baak]
“Die jongen van mij wil een konijn”, zei de vader van Theo Janssen tegen een bevriende konijnenhouder. “2VM-282, dat weet ik nog precies,” herinnert Theo zich nog levendig de code in de oren van de bruine Hollander die hij kreeg. Zijn eerste rammelaar, een mannetjeskonijn, zal hij nooit vergeten.
Tekst en Foto: Feikje Breimer
Precies veertig jaar geleden werd Theo lid van de PKV (Pluimvee en Konijnenvereniging Vorden). Vanaf de Lankhorsterstraat fietste hij met zijn Hollanderram in een kistje achter op de fiets naar de jeugdshow in Laren. “Het dier kreeg een G voor goed, daar zou ik nu niet meer blij mee zijn, maar toen was ik dat wel. Ik kreeg nog vier voedsters, vrouwtjeskonijnen, en zo kon ik mijn eerste jongen meenemen naar de shows in de omgeving. Sommigen kregen niet eens een V van voldoende of de M van matig maar werden afgekeurd. Gelukkig zaten er ook een paar met een G en zelfs ZG ( goed en zeer goed) bij! Dat was voor mij positief genoeg om verder te gaan. Progressie helpt je erdoor in de fokkerij. Uiteindelijk is fokkerij pure emotie, je legt iets van jezelf in de volgende generatie.”

Konijn op naam
Als zoon van een boer die handelde in Fries zwartbont vee werkte Theo al jong hard mee in het bedrijf. Behalve de handel waren er de MRIJ-koeien (Maas Rijn en IJsselveekoeien) waarmee werd gefokt. Theo liet zijn oog vallen op een prachtig roodbont Fries kalfje, Femke heette het dier. Hij mocht, toen ze oud genoeg was, haar laten dekken door een stier die hij zelf uitkoos. Een prachtig donker stierkalfje was het resultaat, maar Femke bleek onvoldoende melk te geven en werd verkocht. “Zo ging dat nu eenmaal. Jammer! Eén keer slikken en weer verder. Ik heb zo wel geleerd te relativeren. Ik ben gek met dieren, maar je moet ze niet vermenselijken. Het was wel de reden dat ik een konijn wilde hebben. De koeien stonden niet op mijn naam, maar dat konijn was van mij.”
In de tuin achter zijn woning in Baak staat de konijnenstal van Theo en zijn zoon Sven. Er zitten Papillons (wit met een lijn zwarte stippen), Witte van Hottot (middenras, konijn met zwart omlijnde ogen), Klein Zilver (klein ras met een verzilvering) en natuurlijk de Hollanders. Theo heeft sinds de roodbonte Femke altijd een zwak gehouden voor een bijzondere kleurslag. Zijn favoriete Hollander is geel. “Een gele Hollander heeft een witte buik, als de buik niet wit is, zou je het konijn oranje noemen,” legt hij uit. Geroutineerd opent hij de hokken en voert ieder konijn een paar schepjes brokken en twee handen vers hooi. Zoon Sven heeft de zorg over de Klein Zilver konijnen. “Mijn broer en ik mochten van mijn vader een pony hebben, maar mijn broer vond voetballen veel leuker en ik had veel liever dieren bij huis. Ik hield toen nog niet van kleine konijnen, dus kreeg ik de Vlaamse Reus Kobus. Uiteindelijk ben ik toen ik een jaar of elf was verder gegaan met Hangoordwergen.” Sinds die overstap vraagt hij zich net als zijn vader af: hoe maak ik de ideale match?’

Zwitserse rammelaar
Bij de voordeur hangt een doorzichtige uitsnede van een konijn, in de huiskamer hangen er geen foto’s van prijswinnende konijnen. Maar van het konijn waar Theo zijn beste resultaten mee heeft bereikt is een schilderij gemaakt dat in de hal aan de muur hangt. “Ook een bijzonder verhaal”, glundert Theo. “Er kwam een Zwitserse vrouw naar Nederland, Jasmin Fischer, die graag meer Hollanders wilde hebben. Via via kwam ze bij mij terecht en ik gaf haar twee voedsters van mij mee. Daar wilde ik niks voor hebben, je fokt geen konijnen om er rijk van te worden. Toen ik een jaar later in Zwitserland was voor de aankoop van Witte van Hottot konijnen was Jasmin daar de gastvrouw. Ze gaf mij 1 Hollander voedster, maar toen viel mijn oog op een prachtige donkerbruine Hollanderram die zij had. Ook die kreeg ik mee. Ik heb er dat jaar al mijn voedsters mee gedekt. Ik was zo benieuwd hoe hij zijn erfelijke eigenschappen doorgaf! Die ram zit uiteindelijk in heel veel bloedlijnen van Nederlandse bruine Hollanders. Hij gaf vooral zijn kopvorm en de stelling van het voorbeen goed door. Al bleek bij veel nakomelingen dan de kleur weer wat licht.”

Oog voor de toekomst
Theo is actief als bestuurslid in de rasdiervereniging (voorzitter Papillon club) van Kleindierfokkers en zou graag zien dat lokale verenigingen meer oog hebben voor de toekomst. “Er is minder instroom van nieuwe leden, er zijn steeds minder keurmeesters en er komt minder publiek. Dan moet je met elkaar iets doen. Liever geen kleine lokale shows meer, maar bijvoorbeeld één grote Achterhoekse show. Zonder fokkers verdwijnt een belangrijk stuk cultuurgoed, al die bijzondere konijnenrassen. Vorige week heb ik een oorkonde en een erespeld ontvangen vanwege mijn veertigjarig lidmaatschap. Ik zou graag zien dat ik ook in de komende veertig jaar actief kan zijn met mijn allergrootste hobby.”

Fotograaf en bestuurder
Behalve enthousiast konijnenfokker is Theo Janssen actief als fotograaf, met uiteraard een grote liefde voor de fotografie van dieren. Zowel voor konijnen- en pluimveehouders is hij een ervaren fotograaf die de dieren perfect in beeld brengt. Ook in de paardenwereld is hij actief als fotograaf én als bestuurslid, interim voorzitter voor het KWPN, regio Gelders paard. Koeien zijn letterlijk niet uit beeld geraakt bij Theo. Hij legt als fotograaf veel stieren en koeien van het Franse rundveevleesras Blonde d’Aquitaine vast. Je kunt de verrichtingen van Theo volgen via de Facebookpagina met zijn naam.