[Zelhem]

Ze wil meer aandacht voor beelddenkers in het onderwijs, maar dat valt niet mee. Met haar nieuwe boek Allergisch voor moeten hoopt kindercoach Natasja Esmeijer uit Zelhem dan ook vooral de beelddenkende jongeren zelf te bereiken.

Tekst en Foto: Luuk Stam

Guus ter Beest (15) uit Zelhem is beelddenker. Hij is zeker niet de enige. In een gemiddelde schoolklas is één op de vijf leerlingen een beelddenker. Deze leerlingen begrijpen lesstof vaak pas goed als ze eerst het complete plaatje voor zich zien. Het alfabet leren? “Dan wil een beelddenker graag eerst weten welke letters er allemaal zijn”, legt kindercoach Natasja Esmeijer uit. “Maar in het huidige onderwijs beginnen ze met de I en de K, zonder extra uitleg. Alles is gericht op de taaldenkers, op het stapje voor stapje leren.”

Daar gaat het volgens de Zelhemse kindercoach vaak mis. Ze zet zich al jarenlang in voor meer begrip voor beelddenkers in het onderwijs, die ze beschrijft als vaak talentvol, creatief en gevoelig. In 2020 bracht Esmeijer haar eerste boek uit: Beelddenkers, als de kwartjes vallen… Dat boek stond vooral vol met adviezen voor leerkrachten en ouders. Het onlangs verschenen boek Allergisch voor moeten schreef ze vooral voor de beelddenkende jongeren zelf, in de hoop dat het via hen alsnog bij de leerkrachten terechtkomt.  

Beide boeken maakte Esmeijer op basis van recent wetenschappelijk onderzoek over de verschillen tussen kinderen met een dominante linker- en een dominante rechterhersenhelft. “Deze kinderen hebben een totaal andere manier van leren”, verklaart de Zelhemse. “Mijn doel is om het onderwijs zover te krijgen dat ze meer rekening houden met kinderen zoals Guus. Met kinderen die niks – of in ieder geval niet genoeg – met de informatie van school kunnen. En ik wil deze jongeren laten ontdekken dat ze wél prima kunnen leren.”

Moeder

Esmeijer kent de frustraties die er vaak bij komen kijken, haar eigen dochter is beelddenker. De problemen waar zij in het verleden tegenaan liep, gingen haar moeder zo aan het hart dat Esmeijer zich steeds meer in het onderwerp verdiepte. Ze las er boeken over, volgde cursussen en begon tien jaar terug haar eigen praktijk aan huis in Zelhem. Van hieruit begeleidt ze nu kinderen die tegen dezelfde problemen aanlopen. Daarvoor maakt ze gebruik van een methode die helpt bij het visueel opslaan van leerstof, letterlijk plaatjes in het hoofd zetten.

Het hielp haar eigen dochter en het hielp ook Guus. Zijn verhaal komt terug in het nieuwe boek. De 15-jarige Guus gaat naar het vierde jaar van het praktijkonderwijs, maar had lange tijd moeite om op school mee te komen. Vijf jaar terug kwam hij voor het eerst bij Esmeijer in de praktijk. “Van Natasja heb ik bijvoorbeeld geleerd om een boekenkast in mijn hoofd te zetten”, vertelt hij. “Nu denk ik steeds: dat hoort daar en dat hoort daar. Dat helpt voor mij, ik vind het fijn. In de les doe ik af en toe even de ogen dicht en kijk ik even in de boekenkast.”

Rekentafels

Voor wie geen beelddenker is, klinkt het allemaal wat bijzonder, maar het is volgens Esmeijer wel precies hoe het werkt. “Een beelddenker kan bijvoorbeeld ook woorden in zijn hoofd zetten om zo de spelling te onthouden”, legt de kindercoach uit. “Guus kon op die manier ook de rekentafels veel gemakkelijker onthouden. Je schrijft in je hoofd die tafel op, daarna denk je aan het plaatje en zie je die tafel voor je staan. Je kunt afkijken in je hoofd. Ja, dat vinden veel mensen gek klinken. En als je geen beelddenker bent, gaat dat je ook niet lukken.”

Leren door te herhalen, dat werkt voor een beelddenker volgens Esmeijer dan weer niet. “Je kan een beelddenker als Guus 99 keer iets laten doen, maar zolang hij het plaatje in zijn hoofd niet rond heeft, snapt hij het de honderdste keer nog steeds niet.” Met wat Guus in de Zelhemse praktijk leerde, stapte hij op school naar zijn leerkrachten. “En nu begrijpen ze wat ik nodig heb”, vertelt hij. “Zoals ik het bij Natasja leerde, zo doe ik het nu ook op school. Als het rustiger is in de klas, ga ik met de leerkracht apart zitten en krijg ik extra uitleg.”

Dat Guus die aandacht nu krijgt, stemt Esmeijer tevreden, zeker omdat hij op het praktijkonderwijs zit. “Want door alle intelligentielagen heen zitten beelddenkers”, stelt de Zelhemse. “Bijna alle hoogbegaafde mensen zijn beelddenkers en daar wordt het wel onderkend, maar de beelddenkers die in het laagste onderwijsspectrum zitten, hebben dezelfde aandacht nodig.”

Allergie

Nog even over het boek. Allergisch voor moeten, waarom deze titel? “Omdat bijna alle beelddenkers allergisch zijn voor moeten”, verklaart Esmeijer. “Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze vaak al iets moeten doen voordat ze weten hoe ze eraan moeten beginnen, voordat het plaatje in hun hoofd rond is. En dát wringt. Als dat plaatje rond is, verdwijnt die ‘allergie’. Dan verandert ‘moeten’ in ‘willen’ en dan lukt het wel.”

Dat herkent ook Guus. “Ik vraag daarom vaak aan de leraar of hij even kan wachten omdat ik het plaatje in mijn hoofd nog even wil afronden”, vertelt de jonge Zelhemmer, die voorlopig nog wel even bij Esmeijer in de praktijk zal blijven komen, bijvoorbeeld om denkspelletjes te doen en om te praten over de vraag hoe om te gaan met hooggevoeligheid. Voor het rekenen is extra hulp niet meer nodig. Voor dat vak haalt Guus tegenwoordig regelmatig een 10.