[Zutphen]
“Ik was een beetje een vreemde puber. Mijn vader nam mij mee naar musea en ik vond die wereld al snel boeiend.” Paulo Martina (58) vond met name Museum Henriette Polak in Zutphen prachtig. Samen met het Stedelijk Museum maakt het nu deel uit van Musea Zutphen. Sinds 1 januari is Martina er directeur. Een terugkeer naar een oude liefde. Want naast het museum trekt ook de oude Hanzestad zelf.
Tekst: Henri Bruntink Foto: Patrick van Gemert
Paulo Martina kwam over van Museum van Bommel van Dam in Venlo. Daar leidde hij onder meer een omvangrijke verbouwing in goede banen. Een verbouwing naar ontwerp van architectenbureau BiermanHenket, dat eerder ook tekende voor de verbouwing van het Hof van Heeckeren in Zutphen, waar de plaatselijke musea zijn gevestigd. Eerder was Martina directeur van Museum Dr8888 in Drachten, waar kunst en cultuurhistorie werden gecombineerd.
Curaçao
Martina kwam als 11-jarige vanuit Curaçao naar Nederland, met zijn ouders en twee broers. Aanvankelijk streek het gezin neer in Enschede. “Dat was de hel”, zegt Martina nu. “Enschede was destijds nog echt een grauwe industriestad. En wij waren nogal verwende kinderen. Op Curaçao hadden we een groot huis met grote tuin en een aansluitend bos. Daar konden we onszelf zijn en hadden we alle ruimte. Niemand had last van ons. We hadden aan de kust zelfs een tweede huisje. Dat was in Enschede wel anders. De buren konden onze energie niet zo waarderen. Het waren nogal zure mensen. Eén buurvrouw had een lange nek van ons voortdurend in de gaten houden. En een buurman was zo erg dat hij, als er een voetbal in zijn tuin belandde, hij er regelmatig een mes in stak.”
Moeder Martina draaide thuis de boel en vader was docent Frans. “Om Enschede te kunnen ontvluchten, solliciteerde hij bij scholen in andere regio’s. Al snel had hij de keuze uit drie verschillende werkgevers. Hij liet het aan ons over wat de bestemming zou worden. Dat werd Zutphen, waar m’n vader een baan kreeg op de mavo-afdeling van Het Stedelijk. Maar we gingen in Lochem wonen. M’n ouders begonnen er een galerie aan de Tuinstraat”, zo vertelt Martina. Die werd later voortgezet in een voormalig belasting- en postkantoor aan de Achterstraat. Martina hielp daar nog bij de inrichting van exposities, maar was toen zelf al richting Amsterdam vertrokken.
Lochem
Hij woonde van z’n 14e tot ongeveer z’n 20e in Lochem. Daar heeft hij warme gevoelens bij. Hij bezocht er de middelbare school en was regelmatig te vinden in het jongerencentrum met de bijzondere naam Ungha. Thuis zat hij geregeld in de galerie te wachten tot er bezoekers kwamen. “En mijn vader nam me vaak mee naar musea, waaronder die in Zutphen. Vooral Museum Henriette Polak vond ik altijd prachtig. Dat was toen nog op een andere locatie gevestigd.”
Een kunstzinnige opleiding en loopbaan lagen voor de hand. Die opleiding zorgde ervoor dat hij Lochem weer verliet. De Randstad lokte. Hij koos de Rietveld Academie, maar maakte die niet af. Hij koos voor het kunstenaarsbestaan en ging schilderen. Naast vrij werk kwamen er ook de nodige opdrachten. Martina verzorgde onder meer de illustraties voor bladen, deed aan theatervormgeving, maakte logo’s en ontwierp zelfs de inrichting van een café. In Laren (NH) had hij een vaste galerie.
Eenzaam beroep
“Ik ontdekte toen dat kunstenaar zijn een eenzaam beroep is. Bovendien is er veel talent en als ik me wilde onderscheiden, had ik me volledig op het kunstenaarschap moeten concentreren. Dat viel me zwaar. Al eerder had ik besloten om kunstgeschiedenis te gaan studeren. Die studie heb ik afgerond.”
Daarna volgt een hele rits bezigheden. Hij gaf onder meer voor de Volksuniversiteit Utrecht – samen met een bevriende componist – cursussen met kunst en muziek uit de twintigste eeuw als thema. Dat was succesvol. Daarna volgde een aanstelling als docent kunstgeschiedenis aan de Fotoacademie in Amsterdam. En weer later begon hij als een soort manusje-van-alles voor de Kunstuitleen Utrecht. Daar maakte hij intern carrière. Hij was er baliemedewerker, verantwoordelijk voor de selectie van kunstwerken en uiteindelijk hoofd van de kunstcollectie van zowel de stedelijke als de provinciale kunstuitleen.
Groningen
Inmiddels had Martina een gezin gesticht, met twee kinderen. “Na 10 jaar wilden we wat anders. Weg uit de Randstad vooral ook.” Oost-Groningen werd de volgende bestemming. Veel verder van de Randstad was niet denkbaar. Zijn woonplaats werd Nieuweschans, op de grens met Duitsland. Hij kreeg een baan bij het Keunstwurk, een soort Centrum Beeldende Kunst voor de provincie Friesland. Dit was een advies- en beleidsfunctie op het gebied van beeldende kunst en vormgeving.
Daarna volgden de al genoemde musea in Drachten en Venlo. Omdat hij het vaak over Zutphen had, tipte iemand hem toen afgelopen jaar de directeursfunctie bij de plaatselijke musea vrijkwam. De sollicitatie lag voor de hand. En de procedure verliep voorspoedig. “Ik had er van begin af aan een goed gevoel bij. Ik dacht: ‘Die willen me wel’.” En dat bleek dus te kloppen.
Kennismaking
Sinds begin deze maand is hij in functie. Hij wil nadrukkelijk op zoek naar samenwerking in de culturele sector in Zutphen. Van Dat Bolwerck tot theater Hanzehof. “En natuurlijk die geweldig mooie bibliotheek”, voegt hij eraan toe.
Hij wil de tijd nemen om mensen en collectie van de musea op zijn gemak te leren kennen. Zijn voorgangster Tiana Wilhelm zorgde voor wat Martina ‘een comfortabele situatie’ noemt. “Zij heeft veel voor elkaar gekregen. Tot ver in 2024 staan de tentoonstellingen eigenlijk wel vast. De bezoekersaantallen zijn uitstekend en in tegenstelling tot mijn vorige functies hoef ik me hier voorlopig niet met hele grote ingrepen bezig te houden. Natuurlijk zijn er een aantal zaken die in de toekomst aangepakt moeten worden, zoals de realisatie van een gezamenlijk depot en het uitbreiden van de tentoonstellingsruimte. En ik heb ook een aantal ideeën voor tentoonstellingen en projecten buiten de museummuren”, zo klinkt het.
Luisteren
Hij is vast van plan goed te luisteren naar de medewerkers van het museum. “Sommigen werken hier al dertig jaar. Die kennen de collectie als geen ander en die hebben vast ideeën wat je daar nog meer mee kunt doen.” Martina woont nog in Venlo. Als zijn dochter haar studie heeft afgerond, wil het gezin in of nabij Zutphen op zoek naar een woning. Naast zijn functie als museumdirecteur is hij sinds kort presentator van het tv-programma Nu te zien! van AvroTros. Daarin bespreken wisselende museumdirecteuren een tentoonstelling buiten haar/zijn eigen museum.
Musea Zutphen bestaat uit het Stedelijk Museum, met een cultuurhistorische collectie over met name de geschiedenis van de Hanzestad en omgeving, en Museum Henriette Polak met moderne kunst. Informatie over openingstijden en tickets is te vinden op museazutphen.nl. Door hun ligging is een bezoek aan de musea prima te combineren met een bezoek aan de historische binnenstad.