[Beek]
In het spoor van de Beekse wielrenner Sam Gademan (23) timmert ook zijn zus Sera (25) flink aan de weg in de wielersport. Komende maand staat zij aan de start van het WK gravel in het Italiaanse Veneto, daar waar haar broertje geblesseerd moet toekijken.
Tekst en Foto: Luuk Stam
Voor de familie Gademan uit Beek was het een feestje, afgelopen juli tijdens de UCI World Gravel Series in het Drentse Roden. Dochter Sera slaagde erin om zich met een negende plaats in haar leeftijdscategorie (19-35 jaar) te verzekeren van deelname aan het WK in Italië in oktober. Zoon Sam wist bij de mannen deze gravelkoers van het hoogste niveau ter wereld zelfs te winnen. “Ik zat uitgeteld op de grond, bij te komen van mijn wedstrijd”, blikt Sera terug. “Toen zei papa: ‘Je broertje heeft gewonnen.’ Ik geloofde het eerst niet, maar toen zag ik ook bij mama de blijdschap in de ogen. Ik dacht: wow, dit is echt waar. Zo’n mooi moment om als gezin mee te maken.”
In de Beekse familie is het fietsen al jarenlang niet weg te denken. Sam Gademan fietst al wedstrijden sinds zijn veertiende, heeft grote ambities als wegwielrenner en maakt deel uit van het continentale Allinq Cyclingteam. Het veldrijden en ook de gravelkoersen dienen voor hem als opvulling in de maanden buiten het wegseizoen. Toch was hij er maar wat graag bij geweest, straks in Veneto. Het overgrote deel van de deelnemers aan het WK gravel is namelijk profwielrenner. Mathieu van der Poel zal er niet aan de start staan, maar de Belg Wout van Aert en heel wat andere wereldtoppers wél. “Voor mij was dat een heel mooie kans geweest om te kijken waar ik sta”, aldus de Beekse twintiger.
Gebroken knie
Een val tijdens een trainingsvakantie in augustus in Italië gooide roet in het eten. Sam brak er zijn knie en liep spierschade op. Wanneer hij weer kan fietsen, is onduidelijk. Zeker is dat zondag 8 oktober veel te vroeg komt voor de renner, die vanaf volgend jaar voor het VolkerWessels Cyclingteam rijdt. En dus zal hij in Veneto enkel zijn zus Sera aanmoedigen en begeleiden. “We maken vaak samen een tactisch plan”, vertelt zij, al genietend van een cappuccino in een Zeddamse broodjeszaak. “We zoeken uit wat de belangrijke punten op het parcours zijn, waar je vooraan moet zitten enzovoort. Sam is daar heel goed in, voor mij is het allemaal nog vrij nieuw.”
Tot vijf jaar terug was Sera Gademan vooral bezig met de paardensport, al maakte ze daarnaast al geregeld een ronde op de mountainbike. “Want de Montferlandroute loopt zo ongeveer door onze achtertuin”, verklaart de Beekse, die ook al vaak meeging naar de wedstrijden van haar broertje. “Dankzij Sam begon ik het fietsen ook steeds leuker te vinden. Op een gegeven moment zat ik meer uren op de mountainbike dan dat ik bij mijn paard was. Toen zeiden we thuis wel tegen elkaar van: het wordt tijd om een keuze te maken.”
Afwisseling
Die keuze viel op de fiets. En waar haar broertje vol voor het wegwielrennen gaat en al het andere als opvulling ziet, krijgt zijn twee jaar oudere zus vooral veel energie van de afwisseling en houdt ze juist ook van het zand en de modder, van het veldrijden én het gravel. “Op het gravel komen alle elementen aan bod”, verklaart ze. “De lange afstand van de weg, het onverharde van het veldrijden, met hier en daar wat technische passages. Mij doe je er meer plezier mee om me vier uur op een gravelbike te zetten dan vier uur op een racefiets.”
Al die trainingsuren combineert Sera met een fulltimebaan als coördinator wedstrijdsport bij wielerbond KNWU. Sam werkt twintig uur in de week voor een betonbedrijf. Het werk en de sport is voor beiden een combinatie die niet altijd meevalt. Toch zijn ze blij met de wijze waarop hun werkgevers meedenken, Sera zegt zich zelfs qua flexibiliteit geen betere baan te kunnen wensen: “Bij de wielerbond snappen ze wat je moet doen voor het fietsen. Zo maak ik geregeld een lunchrit van een paar uur, dan werk ik ’s avonds langer door.”
Kwaliteiten
Het feit dat Sera zo meerdere ballen in de lucht weet te houden, geeft haar veel energie. Al zou haar broertje graag zien dat ze zich nóg meer op het fietsen zou focussen. “Ik vind dat Sera er te weinig uithaalt, op alle gebieden”, stelt hij. “Ik denk dat ze de kwaliteiten heeft om écht een goede wegwielrenster te worden, maar zij kiest voor de afwisseling en iets meer voor het crossen dan voor de weg. Dat ze die keuzes maakt, is goed, maar ik vind het jammer.”
Sera, met een lach: “Dit vind ik wel mooi, want ik wist dat Sam er ongeveer zo over dacht, maar hij heeft het nog nooit zo uitgesproken. Het klopt wel. Ik doe ook graag leuke dingen met vriendinnen, zodat het ook op mentaal vlak in balans blijft. Maar deze winter wil ik stappen maken in het veldrijden, ook meer wedstrijden in België rijden. Dan moet je af en toe een feestje overslaan. En als je wel een feestje viert, kan dat ook heel goed zonder alcohol.”
Voor Sam voelt dat niet als een opgave. “Ik weet niet anders, mijn hele jeugd was wielrennen, ik heb zo ongeveer het hele uitgaansleven overgeslagen”, vertelt hij. “Daar heb ik misschien een beetje spijt van, maar als je ergens voor wil gaan, dan heb je het ervoor over. Al ben ik daar wel iets soepeler in geworden, spreek iets vaker met vrienden af, wetende dat het – in de goede verhouding en op de juiste momenten – niet direct invloed heeft op je prestaties.”
Weekend weg
Niet alleen broer en zus laten heel wat voor het fietsen, ook hun ouders Wilco en Edith zijn vrijwel altijd bij de wedstrijden. “Dat vind ik ook heel bijzonder”, zegt Sera. “Onze ouders zijn ook echt wel trots, vinden het fantastisch wat wij doen. Maar wij zeggen ook weleens van: ga alsjeblieft even een weekend weg, gewoon voor jezelf.” Sam knikt: “Al is het uiteindelijk gewoon heel mooi om deze sport samen te kunnen beleven.”
In Veneto staat hij met zijn ouders langs de kant. Het doel van Sera straks in Italië? “Daar heb ik nog helemaal niet over nagedacht, ik vind het al heel mooi om überhaupt mee te doen”, zegt de Beekse, die een weekend eerder ook nog het EK gravel in het Belgische Oud-Heverlee rijdt. Sam is nu vooral bezig met herstellen en kijkt stiekem al over de winter heen, naar het nieuwe seizoen op de weg. En dat WK gravel? “Wie weet volgend jaar.”