U heeft het vast gezien. De scholen zijn weer begonnen! Op diverse toegangswegen prijkt er weer een spandoek of een banner. Ook bij onze school het Metzo College. Voor de fietsers en voetgangers is het soms best weer even wennen. De schoolgaande jeugd is niet zo van het doorfietsen, zeker niet als ze met elkaar aan het bijkletsen zijn over de belevenissen van de vakantie. Dit tot ergernis van menig forens.

Op het Metzo verliep de start best rustig, vonden wij. Onze leerlingen vonden snel hun plekje in de klas. Onze docenten kijken terug op een paar rustige lesweken waarin ze goed hebben kunnen aangeven hoe ze het graag willen in de les. Ook de collega’s die toezicht houden in de kantine, het buitenterrein en in de gangen zijn tot nu toe erg tevreden. Zo willen we het graag hebben.

Daarom liep ik vorige week met een tevreden gevoel door het Metzo. Totdat er een boze man in een rolstoel uit de lift kwam stuiven. Hij vroeg of ik de heer Steverink was. Ik knikte wat verwonderd en vroeg me af waarom de man zo boos was. Het werd me snel duidelijk. Midden in een volle aula begon de man zijn verhaal te doen. Op het fietspad was hij ingehaald door twee jongens die hem allerhande verwensingen hadden toegeroepen. ‘Typisch pubergedrag’, noemde hij het. Hij had er wel vaker mee van doen, maar nu was de emmer vol en is hij achter hen aangegaan. De twee leerlingen bleken op mijn school te zitten, dus werd ik automatisch ter verantwoording geroepen. Zo gaat dat.

Twee leerlingen kwamen erbij staan, terwijl de man nog druk aan het vertellen was. In eerste instantie wilde ik hen wegsturen, ik vond hun aanwezigheid maar storend. Tot mijn verbazing kwamen de twee leerlingen niet voor mij, maar voor de man in de rolstoel.

“Sorry meneer, wij waren het! Het was stom van ons. Dit hadden we niet moeten doen. Excuses.”

De jongens waren zichtbaar aangedaan. Even was de man stil en ook ik wist niet goed wat ik moest zeggen. De jongens hadden ervoor kunnen kiezen om zich verborgen te houden. Waarschijnlijk  waren we er dan nooit achter gekomen wie de daders waren, maar deze jongens deden precies wat je moet doen in zo’n situatie: opstaan, schuld erkennen en excuses aanbieden. De man accepteerde de excuses en gaf de heren een compliment. Wat zij op het fietspad hadden gedaan, was niet netjes, maar dat zij op eigen initiatief opstonden en hun excuses aanboden, dat toonde moed en daadkracht.

“U mag trots zijn op zulke leerlingen en op zo’n school!”, gaf hij me mee.
Trots? Nou en of!

Wat hebben we toch een groep superleuke leerlingen. Dit is vmbo op zijn best!