[Groenlo]

In Den Briel staat een museum over de Tachtigjarige Oorlog. Daar wordt vooral met de Hollandse bril naar het roemrijke verleden gekeken. Er is ook een ander verhaal over deze oorlog, die veel ellende in de rest van het land bracht. Dat wordt vanaf volgend jaar verteld in Groenlo.

Tekst: Henk Waninge Foto’s: Janette van Egten

Groenlo krijgt een Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog. Dat is best bijzonder want zo’n museum zou je eerder verwachten in steden als Leiden of Alkmaar, die een belangrijke rol speelden in die oorlog en zich met succes verzetten tegen de Spaanse overheerser. Bij nader inzien is Groenlo toch geen gekke keuze. Denk aan de Slag om Grolle die in 1627 plaatsvond en om de twee jaar wordt herdacht.

Maar er is nog een reden. Terwijl Holland al gauw de Gouden Eeuw in rolde, bleef de rest van het land, en zeker ook de Achterhoek, vele jaren lang krijgstoneel met alle bijbehorende rampspoed. En dat andere verhaal willen de initiatiefnemers, onder wie projectleider Koen Klein Tuente en historicus Godfried Nijs, graag vertellen.

Het idee voor het museum ontstond tijdens een congres in de Oude Calixtuskerk in Groenlo over de herbestemming van kerken. De gedachte was de focus te richten op de Slag om Grolle maar al gauw gingen er stemmen op de zaken grootser aan te pakken. Waarom geen nationaal museum in de Oude Calixtuskerk? De organisatie hiervan werd opgepikt door de besturen van het Stadsmuseum en de kerk, ondersteund door professionele ontwikkelaars. Inmiddels is er een projectplan, dat nu verder moet worden ingevuld. En dat is het moment waarop Daphne Maas, de per 1 maart benoemde directeur, in beeld komt.

Project

Maas: “Ík was directeur van het Voerman Stadsmuseum Hattem en dacht daar tot mijn pensionering te blijven. Maar soms lopen dingen anders. Een zakenpartner liet me een presentatie zien van de plannen in Groenlo. Ik was meteen enthousiast en hij zei: “Ze zoeken een directeur.” Ik heb gesolliciteerd en ben aangenomen. Het is een prachtig project, zo gaaf, het is de mooiste baan, die je je kunt voorstellen. Je stapt niet in een museum dat er al staat, maar je kunt het van de grond af opbouwen.”

Momenteel is Maas druk bezig zich in te lezen in de materie, om zoveel mogelijk aan de weet te komen over de Tachtigjarige Oorlog. “Bij het sollicitatiegesprek heb ik ook eerlijk gezegd dat ze me niet moeten nemen vanwege mijn historische kennis, maar om mijn skills ofwel vaardigheden een museumproject te leiden.”

En bij zo’n project komt heel wat kijken. Bouw, inrichting, collectie, marketing, medewerkers, geldstromen, er zijn inmiddels diverse teams in het leven geroepen (‘Je begint met niks en de boom dijt alsmaar uit’). Sommigen vinden het wel erg ambitieus wat er in Groenlo gaat gebeuren maar daar denkt Maas anders over. ”Bescheidenheid is een mooie eigenschap maar als je je kop onder het maaiveld houdt, geen ambitie hebt, kom je nergens. Als je de kans krijgt om de zaken groots aan te pakken, moet je dat doen. Natuurlijk krijg je wel eens een klap tegen je kop maar dan sta je wel weer op.”

Presentatieplan

Bij een museumbezoek denk je al gauw aan een traditionele rondgang, al dan niet met een koptelefoon, langs allerlei objecten met bijpassende teksten. In Groenlo gaan de bezoekers interactief op pad. Er is een presentatieplan ontwikkeld waarbij de bezoeker op zoek gaat naar het verhaal achter de tentoongestelde voorwerpen en plekken in de omgeving. Met hulp van animaties, games en digitale projecties maken bezoekers kennis met de gebeurtenissen in Groenlo, de Achterhoek en de rest van het land. Daarnaast worden de verhalen van toen in een actuele context geplaatst.

Maas: “Dat interactieve uit zich op verschillende manieren. Zo kun je voorwerpen aanraken en vragen stellen aan personages die je tegenkomt. En dan krijg je ook een antwoord. Als je jezelf in historische kledij wilt steken en een selfie wilt maken kan dat ook. Het is een stuk actiever dan  langslopen, kijken en de bijbehorende tekst lezen. Dat kan overigens ook. Niets moet. Er zijn genoeg bezoekers, met name ouderen, die liever op een  traditionele manier de expositie bekijken. Maar ik denk dat met name jongeren en gezinnen zich aangetrokken zullen voelen tot de interactieve presentatie. Er gebeurt iets, het is leuk, spannend.”

De directeur is zeer te spreken over de locatie van het museum, de Oude Calixtuskerk. “Zo’n gebouw ademt rust. Die stilte past bij een museum.  Vergelijkbaar met bijvoorbeeld de vestiging van een bibliotheek (Zutphen) of een boekhandel (Zwolle) in een kerk. Bijkomend voordeel is dat je gebruik kunt maken van een grote oppervlakte (twee verdiepingen). Ik heb al wat tekeningen gezien van de toekomstige inrichting, het bouwteam is er druk mee bezig. Daarnaast komt een deel van het museum – entree, winkel, horeca, directiekantoor – in het nabij gelegen oude stadhuis. Daar is ook een ruimte voor het houden van wisseltentoonstellingen.”

Het is nogal wat, niet iedereen is er blij mee. Zoals mensen, die het zonde vinden dat de kerk een andere bestemming krijgt. Maas begrijpt dat wel. “Je kan het niet iedereen naar de zin maken. We gaan kijken hoe we tot de beste oplossing kunnen komen.”

Het is de bedoeling dat het Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog, waar het huidige Stadsmuseum in opgaat, in de loop van 2024 opent. Bij voorkeur vlak voor de Slag om Grolle, die eens in de twee jaar in de tweede helft van oktober plaatsvindt.

“We willen hier een toeristische attractie van formaat neerzetten en hopen daarmee Groenlo op de kaart te zetten. Tientallen vrijwilligers zijn daar druk mee bezig. We hopen dat de inwoners het ook als iets moois zullen ervaren. We mikken op 20.000 bezoekers per jaar. Dat moet lukken. Ik verwacht veel belangstelling vanuit de Randstad maar ook uit Duitsland”, aldus Maas.

Geldstromen

Zo’n project kost een slordige duit, dat spreekt voor zich. Een van de taken van de directeur is zoveel mogelijk geldbronnen aan te boren. Bij rijk, provincie, gemeente, stichtingen, fondsen, foundations, etcetera. Dat is Maas, naar eigen zeggen, wel toevertrouwd. “Ik vind het vinden van fondsen en subsidies een echte uitdaging, maar je moet het wel weten te vinden. En om het te krijgen is het van belang om met een mooi product, goed verhaal en goede presentatie te komen.”

Met de komst van deze attractie wordt de Achterhoek in museaal opzicht steeds aantrekkelijker. Denk aan More in Gorssel, Kasteel Ruurlo, Musea Zutphen en Villa Mondriaan in Winterswijk. De regio is al lang niet meer de witte vlek die ze ooit was waardoor de liefhebber zijn heil moest zoeken in de Randstad.   

Tenslotte: “De naam Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog dekt beslist de lading. Het hele verhaal wordt hier verteld maar de focus ligt wel op de Achterhoek en Groenlo. Want terwijl ze in het westen de Gouden Eeuw inrolden en vruchten van de welvaart plukten, werd in deze regio hun vrijheid bevochten want de strijd ging hier gewoon door. Met alle gevolgen van dien zoals armoede, roof en plundering.”

Schenking van een half miljoen

Het Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog in Groenlo krijgt bijna een half miljoen – 489.000 euro om precies te zijn – van de VriendenLoterij. Met deze schenking is er nu een gezonde financiële basis voor de realisatie van het museum in de Oude Calixtuskerk.