[ Borculo]

Het beeld van het traditionele VVV-kantoor mag langzamerhand het archief in. In ieder geval in de Achterhoek, waar hard wordt gewerkt om de lokale kantoren om te vormen tot plekken waar de bezoeker inspiratie en beleving vindt.

Gerard Menting

Een wit bureau met daarachter de VVV-medewerkster, aan de wand rekken met folders en brochures en op tafel een kaart van de omgeving. Als het tegen zat, moest je ook nog een nummertje trekken en wachten op je beurt. Dan werd de toeristische bezoeker geholpen aan een overnachtingsadres, een camping die nog plek had of een mooie wandelroute.

In dat beeld is de afgelopen jaren al wel verandering gekomen, maar met de komst van de inspiratie- en belevingspunten is het aloude VVV-kantoor echt bij de tijd gebracht. De VVV 2.0, zoals René Swienink van de stichting Toeristische Activiteiten Ruurlo het uitdrukte bij de opening van hun gastvrijheidspunt.

Nu komt de bezoeker daar binnen in een ruimte die uitstraalt wat Ruurlo te bieden heeft. De entree is alsof je het doolhof binnenkomt, er is veel groen, kabouterpaaltjes verwijzen naar het kabouterpad, de Achterhoekse vlag is prominent aanwezig. In de ruimte geen balie, wel een tafel met een touchscreen, waar de gast zelf al veel over het gebied kan vinden. In Vorden komt ook zo’n gastvrijheidspunt, waarbij de kastelenrijkdom van het gebied centraal staat.

Het is een verandering die past bij de andere manier waarop de consument binnenstapt, zegt Manuel Hezeman van de stichting Achterhoek Toerisme. “Bezoekers komen niet voor informatie over bijvoorbeeld overnachtingsmogelijkheden in de buurt. Die rol heeft internet overgenomen. Een hotel of camping hebben ze al lang gereserveerd. Ze komen binnen omdat ze inspiratie zoeken. Waar kunnen we met de kinderen naartoe nu het wat minder weer is”, geeft hij als voorbeeld.

In het belevingspunt zoals die in Ruurlo al is te vinden, wordt vooral het lokale verhaal verteld. Dat gebeurt op een interactieve manier. De informatrice die voorheen achter de balie zat, is nu een gastvrouw die de bezoekers enthousiast maakt voor de regio.

In de inspiratie- en belevingspunten heeft tachtig procent van hetgeen wordt aangeboden met de directe omgeving te maken. “Dat is het DNA van de regio. De overige twintig procent vertelt het Achterhoekse verhaal.” In de inspiratiecentra wordt net wat meer geboden, in Winterswijk komt er bijvoorbeeld een wand die de aardlagen van de steengroeve verbeeldt, die als laden uitgetrokken kunnen worden voor meer informatie.

In april opent het inspiratiepunt in Winterswijk en Ulft eind mei, Zutphen volgt in juni en ook in Lochem, Groenlo en Vorden kan de toerist er dit jaar of volgende jaar terecht. In Doetinchem is het nog een ambitie om een inspiratiepunt te openen.

In Groenlo is speciaal aandacht voor de thema’s Grolse wanten, de grens en natuurlijk de Slag om Grolle. Ga je onder een helm uit die tijd staan dan proef je met behulp van een virtual reality-bril het Groenlose verleden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van filmopnamen die vorig jaar zijn gemaakt tijdens de Slag om Grolle, vertelt Hezeman.

In Zutphen liggen accenten op de Hanze, in Lochem op kastelen en de Berkel en in Ulft zijn de grens en de ijzerindustrie leidende thema’s.

Achterhoek Toerisme helpt de lokale organisaties daarbij, onder meer door merchandise (al dan niet met daarop de Achterhoekse vlag) te ontwikkelen. Streekproducten kunnen in en inspiratie- of belevingspunt ook een plek krijgen. Het kan bovendien aantrekkelijk zijn voor de eigen inwoners, om inspiratie op te doen voor een wandelroute dicht bij huis of een cadeautje. “Mensen kennen vaak hun eigen omgeving niet”, weet Hezeman.

Hezeman staat aan de basis van de stichting Achterhoek Toerisme, dat in 2014 bescheiden begon nadat de voorganger in een faillissement ten onder ging. Zij zorgen ervoor dat het sterke merk Achterhoek onder de aandacht wordt gebracht. “De rol van de VVV is het gastheerschap, dat is anders dan de marketing-taak die bij ons ligt. “

Het takenpakket groeide, als eerste met het route-bureau. De toeristische infrastructuur zoals het beheer van de fiets- en wandelroutes, toeristische bebording (de bekende bruine borden) en camperzuilen kwam bij de stichting terecht met de opheffing van het Recreatieschap Achterhoek en Liemers. Later kwam er het kennisplein bij, waar bedrijven geholpen worden met cursussen en productontwikkeling. De inspiratie voor de transitie van de VVV’s van informatieverstrekker naar gastheerschap vond Hezeman in Zeeland.

Binnenkort komen er nieuwe cijfers over de aantrekkingskracht van de Achterhoek voor vakantiegangers. Om de twee jaar wordt dat gemeten, zegt directeur Manuel Hezeman van de stichting Achterhoek Toerisme. Hij verwacht een stijging. “In 2017 telden we 3 miljoen overnachtingen. De sector had een omzet van 300 miljoen. Dat gaat om toeristisch bestedingen bij dagattracties, hotels, campings en buitenrecreatie. De horeca zit daar niet bij, het toeristisch deel daarvan is lastig in te schatten.”

Van ondernemers hoort Hezeman dat ze twee goede jaren hebben gedraaid. Met dank aan de warme zomers, maar zeker ook door een groei in het voor- en naseizoen. Een campagne als Wild eten in de Achterhoek blijft het goed doen.

Hij ziet nog wel ruimte voor een wat grotere publiekstrekker in de Achterhoek, zoals Museum More in Ruurlo een trekpleister van formaat is gebleken. “Geen mega-attractie maar bijvoorbeeld iets voor jonge gezinnen, passend bij de regio. We moeten met elkaar blijven investeren.”