Bij iedere veldkei in het Urnengedenkpark van de Sint Willibrordsabdij hoort een verhaal. Waarom die plek? Wie maakte de keus en wie weten van dit verhaal af? Ik vind het een bijzonder aspect van mijn werk dat ik vaak deelgenoot mag zijn van de keus van de plek en het verhaal daarachter.

De boom op de splitsing van het pad met twee even dikke takken die samen de boomkroon vormen. De zoon en de dochter die voor de as van hun vader een plek komen uitzoeken weten het zeker. De twee paden die samen komen en de eenheid die beide takken vormen staan symbool voor hen  beide. Niets was hun vader ooit te veel; schilderen, klussen, verhuizen. Ze hoefden het maar te vragen en daar stond vader al klaar met de gereedschapskist of de schilderskwast. Zijn plotselinge overlijden dit voorjaar kwam als een schok, inmiddels lukt het hen vorm te geven aan het verlies. Precies achter die boom is de juiste plek.

Iets verderop ligt een boomstronk. Sinds kort zie ik daarin een machtige trommel dankzij de keus van een wat stille man. Hij kwam met as en al opdagen voor zijn afspraak om een plek uit te kiezen voor zijn overleden vrouw. Hij mist haar vertelt hij mij. Zij zorgde voor het ritme in hun leven, de vaste momenten op een dag. In de ochtend het kopje koffie, op zaterdag de soep en de broodjes. Soms met de kinderen en kleinkinderen erbij, soms samen. De keus voor de plek maakt hij bewust alleen, al krijg ik de indruk dat zijn overleden vrouw op de één of andere manier een rol speelt bij zijn keus. Ze zorgde niet alleen voor ritme in zijn dagen, ze was ook een enthousiaste verzamelaar van trommels. Terwijl ik hem het bos laat zien, hoe de paden lopen en waar je even kunt zitten, kijkt hij rustig om zich heen. Op de terugweg wijst hij naar de boomstronk. Hij vindt hem lijken op een enorme trommel waarvoor bij hun thuis nooit plek was. Dit is de plek waar de urn moet komen. Op dat moment begint een bonte specht enthousiast te roffelen. Toeval?

Wat ik een mooie gedachte vind, is dat de urnen voor eeuwig op de plek blijven waar ze in de grond zijn gestopt. Wanneer de beukenboom met de dubbele kroon over honderd jaar er niet meer is en de boomstronk die op een trommel lijkt al lang is vergaan, is alles onder de grond met rust gelaten. Maar een specht zal ongetwijfeld roffelen op de dan volwassen bomen. In de kringloop van de natuur.