[Hengelo]
In het centrum van Hengelo brandt sinds september 2017 de Wereldvredesvlam. Geregeld middelpunt van activiteiten, maar voor menigeen ook nog vrij onbekend. De initiatiefneemsters blijven zich ervoor inzetten: ‘Zoiets moet groeien, dat duurt jaren.’
Tekst en Foto: Luuk Stam
De verhalen zijn er. Dat van die twee meisjes van een jaar of 10 bijvoorbeeld, die ruzie hadden en bij de vredesvlam waren gaan zitten om het uit te praten. Het had geholpen, de twee waren al snel weer beste vriendinnen. Maar wat de komst van de vredesvlam naar Hengelo vijf jaar terug echt heeft opgeleverd? “Het is zo moeilijk meetbaar”, zegt Monique Schieman. “We krijgen veel positieve reacties, maar ik hoorde ook een volwassen iemand zeggen: ‘Ik heb niet zoveel met vrede.’ Dan denk ik: jeetje, weet je wel wat je zegt? En wat is er dan nog veel te winnen.”
Mede dankzij Schieman (73) brandt er op het plein bij de Remigiuskerk in het centrum van Hengelo sinds 21 september 2017 een vlam in een grote koperen stormlamp. Het vuur komt voort uit de World Peace Flame (WPF), een symbool van eenheid, verbondenheid en ontmoeting, ontstaan om wereldwijd aandacht te vragen voor vrede. De vlam is in 1999 vanuit zeven vlammen vanaf vijf continenten samengebracht in Bangor (Wales) en van daaruit verspreid over de wereld. De vlam in Hengelo is nu één van de negen vlammen in Nederland en nog altijd de enige in de Achterhoek. In 2002 kwam de vredesvlam naar Den Haag, daarna volgden onder meer Nijmegen en Oosterbeek.
Daar in Oosterbeek kwam het initiatief voor de in 2014 bij het Airborne Museum geplaatste vlam van Monique Schieman. Zij verhuisde kort daarna naar Hengelo, waar haar nieuwe buurvrouwen voorstelden om hier in het dorp hetzelfde te doen. Betsy van den Berg, Riet Harmsen, Toos Bijenhof en Truus Teunissen waren al van plan om zich in te zetten voor vluchtelingen die naar Hengelo zouden komen, maar die kwamen uiteindelijk niet. In plaats daarvan maken zij sindsdien deel uit van de inmiddels zeskoppige werkgroep van de stichting WPF Bronckhorst, met Schieman als steun op de achtergrond.

Activiteiten
Om ervoor te zorgen dat de vlam blijft branden, vullen de leden van de werkgroep per toerbeurt twee keer in de week de lampenolie in de stormlamp op het plein aan de Kerkstraat bij, ze maken het geheel schoon en onderhouden het plantenperkje. De opbrengst van de verkoop van kaarsen op dorpsmarkten of andersoortige evenementen in Hengelo wordt gebruikt voor de inkoop van flessen lampenolie.
Naast de symbolische waarde is de vredesvlam in Hengelo ook regelmatig middelpunt van activiteiten. Zo was er in mei van dit jaar een spontane bijeenkomst om stil te staan bij de ontwikkelingen in Oekraïne, waarbij ook burgemeester Marianne Besselink sprak. De pelgrimage Via Kevelaer – een fiets- en wandeltocht vanuit Hengelo naar de Duitse bedevaartsplaats Kevelaer – startte hier. Net als de Samenloop voor Hoop. En twee Noordkaap-fietsers begonnen hun tocht bij de vlam en staken op het noordelijkste puntje van Europa een WPF-kaars aan.
Het zijn waardevolle activiteiten, maar het zouden er nog meer mogen zijn, vinden de dames. “Het is een proces”, zegt Schieman. “Die vlam zet je daar neer. Je gaat aan alle kanten vertellen wat de bedoeling is. Maar zoiets moet groeien. Het duurt jaren voordat mensen in de gaten krijgen wat de échte bedoeling is en er zelf iets mee gaan doen. De allereerste basis van die vlam is dat je er langsfietst en denkt: yes, vrede, geen gedonder. Nu de vlam hier in Hengelo een tijd brandt, zie je ook dat steeds meer mensen die betekenis ontdekken en organisaties denken van: hé, we kunnen iets met die vlam. Dat is precies het idee.”
Gastlessen
De werkgroepleden zelf gebruiken de vredesvlam als aanleiding voor gastlessen over vrede, die zij met name rondom de jaarlijkse internationale dag van de vrede (21 september) geven in de hoogste groepen op basisscholen in Hengelo, Keijenborg en Bekveld. “Daardoor groeit ook de bekendheid en het verhaal over waar de vlam voor staat”, zegt werkgroeplid Betsy van den Berg (75). Dat dit niet altijd met oorlog te maken heeft, bewijzen de vragen die ze in de klas krijgen. “Een jongetje vroeg: ‘Mijn oma is drie maanden geleden overleden en ik heb daar nu vrede mee, is dat ook vrede?’ Ja, dat is ook vrede. Vrede gaat over zoveel meer dan alleen over wel of geen oorlog. Daar heb je met die kinderen heel mooie gesprekken over.”
Het liefst zouden ze de gehele gemeente Bronckhorst aandoen en ook op scholen in onder meer Vorden en Zelhem hun verhaal vertellen, maar daarvoor zijn ze nog met te weinig. Graag zouden ze hun stichting dan ook zien uitbreiden en als het even kan met jonge leden. “Het zou zo mooi zijn als ook meer ouders het belang van vrede voor hun kinderen in gaan zien”, zegt Van den Berg. “Ze kunnen ons echt helpen. Dat hoeft niet in de vorm van een bestuursfunctie, maar bijvoorbeeld door een gastles te geven of ons te ondersteunen in het gebruik van de sociale media. We zijn nu met vooral oudere mensen, maar vrede gaat iedereen aan. Het zou best wat meer ‘cool’ mogen zijn om je daarvoor in te zetten.”

Tegengeluid
Opvallend is ook dat er na de plaatsing van de vredesvlam in Hengelo in 2017 nergens in Nederland meer een vlam bij is gekomen, al komen er nu wel weer initiatieven op gang, onder meer in het Brabantse Veldhoven. “Mede door corona is het helemaal stilgevallen”, verklaart Schieman. “Met de toenemende onrust in de wereld is het steeds belangrijker dat meer mensen zeggen van: we moeten toch een tegengeluid laten horen. En iedere bewoner van deze planeet kan een vlam in z’n dorp zetten, los van geloof of wat dan ook. Dat is zo mooi.”
De doelstelling die de stichting aanvankelijk had om ook op andere plekken in Bronckhorst de komst van een vredesvlam te realiseren, is losgelaten. “We zouden het prachtig vinden, maar het gaat niet lukken”, zegt Schieman. “In Zelhem en Vorden heeft het even gespeeld, maar dat is nooit concreet geworden. Wij willen daarin wel ondersteunen, maar het moet vanuit de mensen zelf komen, anders werkt het niet.”
In Hengelo blijven de werkgroepleden zich onverminderd inzetten. Het motto: elk klein stapje is er één. Elke activiteit is er ook één. “Dat we hier nu al zover zijn, vind ik heel erg mooi”, zegt Van den Berg. “Je moet het blijven activeren. We hopen dat meer mensen ons gaan helpen, bij de activiteiten ook. Het bijvullen van de olie, dat zullen wij – mijn buurvrouwen en ik – zolang het gaat blijven doen. Twee keer in de week. Eén keer in de week kan ook, maar als je het twee keer doet, dan brandt de vlam hoger. Dat vinden wij mooier.”