[Doetinchem]

Het is weer zo’n maandagochtend, het noodzakelijke, maar weinig geliefde stukje waarmee de werkweek begint. Het handigste is om die dan maar meteen te gebruiken voor een bezigheid waar je liever ook niet mee bezig bent: de administratie.

Tekst: Gerard Menting Foto’s: Patrick Spoel


Nadat hij heeft gedaan wat nodig is, luistert Erik Hagelstein nog een keer terug naar de opnamen die anderhalf jaar daarvoor zijn gemaakt in Schouwburg Amphion in Doetinchem. Met de Cry Me A River Band hadden ze een gezamenlijk concert met The Etta James Experience, net als hun Joe Cocker eerbetoon een tributeband. Met een simpele camera opgenomen, geluid best aardig. Toch raar dat er weinig – zeg maar nul – op is gereageerd, overpeinst de Achterhoekse zanger. Dan piept zijn mobieltje.

Deze maand begon The Life Of A Man. Joe Cocker, de theatertour van de Cry Me A River Band. Na de première in de thuishaven, Schouwburg Amphion in Doetinchem, staan nog 23 theaterconcerten op het programma. Het is een bijzonder verhaal, van het spontane plan van Hagelstein voor een eenmalig eerbetoon aan de zanger met de gruizige stem tot de reeks theaterconcerten die ze dit en volgend jaar door het hele land brengen.

Het mobieltje liet die bewuste maandagochtend in de zomer van 2018 van zich horen voor een berichtje van Charles Droste, directeur van Schouwburg Amphion. Hij meldde Erik dat ene Robin contact met hem zou opnemen. ‘Neem hem serieus, dat is een grote jongen’, was de boodschap.

“Ik werd benaderd door Robin de Wildt. Hij is directeur van Friendly Fire Theater, een boekingsbureau dat veel theatertours doet. Ilse DeLange, Maaike Ouboter, Dany Vera. Hij stelt zich voor en vraagt: bestaat die band van jou nog? Hij had gegoogled op Woodstock en Cocker en kwam ons toen tegen. Hij ziet Amphion staan en dacht meteen: Charles bellen! Hij vraagt aan Charles: wie is dat, die vent? ‘Da’s een goeie’, zei Charles, ‘hij is hier kind aan huis’.”

Theaterboekingskantoor

Twee weken later zit Erik in Amsterdam-Noord in een voormalig schoolgebouw, omgebouwd tot kantoor van Friendly Fire Theater. Hij maakt kennis met Robin de Wildt en verbaast zich over het enorme aantal beeldschermen dat er staat. Er werken ook dertig mensen hier, was de simpele verklaring. Toen besefte Hagelstein pas echt dat hij door een rare speling van het lot bij één van de grootste theaterboekingskantoren van het land was terechtgekomen.

“We hebben daar een paar uur zitten praten en hij vroeg mij toen: wat kost het minimaal om jou met band in het theater te zetten? We staan met z’n tienen op het podium, voeg daar vier man bij voor geluid, licht, catering, management. Günter Giesen doet het artwork en de boekingen. Als je met muzikanten op pad gaat, moeten die toch minstens 100, 150 euro voor een avond hebben”, telt hij op.

Strakke video

Ze komen tot een overeenkomst, waarbij de band een garantiebedrag krijgt en meedeelt met de opbrengst als er meer dan 300 bezoekers zijn. In de opstartfase komen daar allerlei kosten bij. Bijvoorbeeld het maken van een trailer, een filmpje om te laten zien en horen wat de Cry Me A River Band doet. “Op advies van Robin. Hij kan wel prachtige teksten naar theaterdirecteuren sturen, maar dat zien ze wel vaker. Je moet een goed filmpje maken, daarmee trek je hun aandacht.” De opnames zijn gemaakt in Schouwburg Amphion, speciaal daarvoor afgehuurd. Het is een strakke video geworden, ook op YouTube en Facebook terug te vinden, die in korte tijd iets van de intensiteit van het Joe Cocker-repertoire weet over te brengen.

Foto: Patrick Spoel

Producent van de theatershow is de stichting Soul Alive/Eastern Fantasy van Günter Giesen. “Friendly Fire doet alleen de boekingen. Robin vond het een goed idee dat ik het zelf zou produceren, maar dat leek me niks. Dan moet je zaken regelen, mensen uitbetalen, administratie bijhouden; dat ga ik niet doen. Laat mij het repertoire maar samenstellen, inhoudelijk muzikaal bezig zijn en op het podium staan.” De maandagochtend met zijn eigen administratie is voor hem meer dan genoeg.

Het eerste seizoen moeten ze zien als een investering. In het tweede seizoen heb je die kosten al gemaakt. De film hoef je niet opnieuw te maken, de poster is klaar. “Dan wordt het aantrekkelijk.” Want er komt een tweede seizoen, heeft De Wildt al gezegd, met ook theaterconcerten in België. “En het is geen blaaskaak die maar wat roept. Wat hij zegt maakt hij ook waar.”

Timbre en intensiteit

Met veel geregel begon wel de eerste aanzet tot de show. Dat was een spontaan bedacht eerbetoon aan de toen net overleden gasfitter uit Sheffield. Erik stond al langer bekend als de Joe Cocker van de Achterhoek, niet alleen vanwege het timbre van zijn stem, zeker ook door de intensiteit waarmee hij de nummers zingt.

Vanaf zijn zestiende zit hij in de muziek en heeft met bijna iedere muzikant in de Achterhoek wel eens geoefend of opgetreden. Op de avond van het overlijden van Joe Cocker maakte hij een lijstje. Wie wilde hij in de band hebben? “Die heb ik gebeld. En iedereen zei ja. De volgende ochtend om negen uur kreeg ik het laatste sms’je met excuses voor de late reactie.”

De eerste oefensessie staat hem nog levendig bij. Iedereen was op tijd, dat was al bijzonder in de popmuziek. “Zullen we maar gewoon beginnen? Aftellen en spelen. Iedereen kende gewoon zijn partij, tablet voor de neus. Nergens discussies. Wat je doet met oefenen is hecht maken, je partij leren moet je thuis doen. Ik had dit nog nooit meegemaakt, dat een band zó goed voorbereid was. Terwijl veel muzikanten elkaar niet kenden. Ik was de enige die iedereen kende.”

Theaterboekingskantoor

De sfeer in de band is belangrijk. Je moet mensen hebben die elkaar wat gunnen, anders gaat het snel fout, weet hij. “De twee gitaristen hadden nooit met elkaar gespeeld. Ik ken Luc Verheij al heel lang, die heeft een heel mooie, dienende stijl. Hij kan prachtige bedjes neerleggen, waarop Joop dan weer los kan gaan.” Dat bleek perfect in elkaar te passen. Joop Wallerbosch is vaker bij projecten van Erik betrokken. “Hij speelt nooit twee keer dezelfde solo. Je hebt van die momenten in een nummer, die je moet pakken, die zijn zó herkenbaar. Omdat hij verder die vrijheid heeft, houdt hij het bij mij ook vol, heeft hij al eens gezegd.”

Foto: Patrick Spoel

Enige theaterervaring hebben ze met de Soulshow, gedurende vijf jaar een handvol optredens per jaar. Daar hebben ze, ook qua logistiek, een paar nuttige dingen van geleerd. Willem Blaauw (die ook met de Soulshow mee was) gaat mee als kok. “Ja, we zorgen zelf voor het eten, anders moet je daar elke keer wat voor regelen. Willem is een goeie kok, daar moet je gebruik van maken.”

Verhalen en anekdotes

In de show brengt de Cry Me A River Band Joe Cocker weer een beetje terug met zijn muziek en verhalen en anekdotes over zijn leven. Er is aandacht voor zijn hele loopbaan en de band begint heel eigenwijs met een nummer van zijn laatste album, omdat dat niet zo bekend, maar wel enorm goed is, zegt Erik. Zijn beginperiode komt langs, zijn bekendste nummers, maar ook de periode dat hij er bijna aan onderdoor ging door drank en drugs.

Toch bleven zijn fans hem toen trouw, want als hij zong, dan voelde je dat hij echt elke lettergreep meende. Zijn doorbraak op Woodstock met het hartstochtelijke With a little help from my friends leverde hem de waardering van The Beatles op. Ze waren zó onder de indruk dat Cocker twee Beatles-liedjes gratis en voor niks naar zijn hand mocht zetten op zijn volgende album. En typerend voor Cocker: hij had een bloedhekel aan het duet met Jennifer Warnes, Up where we belong. “Maar het bracht hem wel de enige Grammy in zijn hele carrière.”

De Cry Me A River Band bestaan naast zanger Erik Hagelstein, uit Luc Verheij en Joop Wallerbosch (gitaar), Maarten Knikkink (piano), Marc Haanappel (basgitaar), Sjoerd Smeenk (hammondorgel), Marcel Tiemessen (saxofoon en percussie), Ivo Elfers (drums) en Lilian de Jong en Scarlet Peters (backing vocals). Concertdata staan op de website friendly-fire.nl/theater. Onder meer op 30 november in Deventer, 14 december in Raalte en 28 maart in Winterswijk.

Muziek & journalistiek

Op zijn zestiende begon Erik Hagelstein (58) als zanger van Simplex Novum, symfonische rock in de traditie van hoe meer akkoorden, hoe beter. Later volgden bands als Ugly Duck en Bar & Booze. In 1999 zou het optreden van The Original Sixties R&B and Soulshow ook eenmalig zijn, maar het succes leidde tot optredens in het hele land.

Op een iets lager pitje staan nu zijn activiteiten met de Soulmates (met Günter Giesen en Martin Seysener) en het trio met gitarist Luc Verheij en Lizzy Ossevoorde.

Sinds 1979 werkt hij in de journalistiek (Tubantia, De Graafschapbode, Arnhemse Courant, Gelders Dagblad, Omroep Gelderland). Daarnaast wordt Erik regelmatig gevraagd als debatleider en presentator.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.